Gemeente Hellevoetsluis

Inhoud

Hellevoetsluis, oorspronkelijk Hellevloetsluys is een stad en gemeente op Voorne-Putten, in de Nederlandse provincie Zuid-Holland. De gemeente telt 38.687 inwoners en heeft een oppervlakte van 46,14 km² (waarvan 14,6 km² water). Voormalige gemeentes binnen Hellevoetsluis zijn onder andere Nieuw-Helvoet en Nieuwenhoorn. De gemeente maakt deel uit van het samenwerkingsverband Stadsregio Rotterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.

Geschiedenis

Het gebied Voorne-Putten bestond vroeger uit veen, kleigronden en moerassen. Permanente bewoning van Hellevoetsluis gaat terug naar de ijzertijd (ong. 800 v.Chr.). Er werd toen voornamelijk veeteelt beoefend, en in de Romeinse tijd vanaf 12 v.Chr. waarschijnlijk ook landbouw. Na de 3e eeuw verlieten mensen Voorne-Putten tot de 7e eeuw, in de 11e eeuw keerden de eerste bewoners terug naar wat later Hellevoetsluis zou worden. Omdat het gebied Voorne-Putten vaak overstroomde, begon men met inpolderen.

Het poldergebied waar Hellevoetsluis zou ontstaan werd tussen 1367 en 1394 in cultuur gebracht en er werd meteen ook bewoning gepland. De eerste bewoners hielden zich voornamelijk bezig met landbouw en veeteelt. Het vestinggebied was oorspronkelijk een klein haventje dat gebruikt werd door de bewoners van het 15e-eeuwse dorpje Nieuw-Helvoet.

De vesting Hellevoetsluis is in het begin van de 17e eeuw aangelegd om de oorlogs- en handelshaven te versterken. In 1798 werd onder bevel van buitengewone opzichter Jan Blanken een zeesluis en droogdok aangelegd. Hellevoetsluis was de marinebasis van de Admiraliteit van de Maze. In de tijd dat Hellevoetsluis marinehaven was werd hier de door Piet Hein buitgemaakte zilvervloot aan wal gebracht. Aan die tijd herinneren nog gebouwen als het Tromphuys, affuitenloods, het kruythuys en het Ruyterhuys, vernoemd naar Michiel de Ruyter.

De vesting was in die tijd belangrijk als (marine)haven en tot in de 19e eeuw bleef deze positie gehandhaafd. Doordat rond 1830 het Kanaal door Voorne werd gegraven was er een levendige handel en doorvaart naar Rotterdam, daarnaast had Hellevoetsluis verschillende marine-instellingen en opleidingsinstituten en een vestingartillerie. Er werden in deze tijd verschillende militaire oefeningen met land en zeemacht gehouden in Hellevoetsluis en omstreken. Nadat de Nieuwe Waterweg het Voornekanaal nutteloos had gemaakt zette het verval in, wat nog versterkt werd toen in de jaren '30 de marinehaven naar Den Helder werd verplaatst en later tijdens de Tweede Wereldoorlog de Duitsers een deel van de stad sloopten om een beter schootsveld te krijgen ter bescherming van de alhier gestationeerde U-boten. Tot de jaren '60 bleef de marine in de stad aanwezig met een mijnenveegdienst. Er is later nog een mijnenvegerschip vernoemd naar de stad: de Hr. Ms. Hellevoetsluis. Na het vertrek van dit onderdeel van de marine stagneerde de lokale economie.

In 1960 werden de drie gemeentes Hellevoetsluis, Nieuw-Helvoet en Nieuwenhoorn samengevoegd tot één nieuwe gemeente en nadat in de jaren '70 Hellevoetsluis was aangewezen als groeikern werden er veel woningen bijgebouwd voor forensen die in Rotterdam of het Europoort-Botlekgebied werkten, zodat in de jaren zeventig de bevolking van Hellevoetsluis verdubbelde en er verschillende nieuwe wijken werden bijgebouwd in de polders van Helvoet en Nieuwenhoorn.[8] Enkele bedrijven die rond de jaren zeventig opkwamen waren Vermaat en de oude rubberfabriek.

Sindsdien is de gemeente ook bezig met het renoveren en uitbreiden van de vesting en omliggende gebieden door middel van nieuwbouw aan de westkant van het Groote Dock, door hoogbouw bij winkelcentrum de Struytse Hoeck neer te zetten en door het opknappen van de historische bunkers verspreid rondom de vesting. Begin jaren '90 werden er nieuwe plannen voor de stadsontwikkeling gemaakt. De structuurschets 2005 werd gerealiseerd en opgevolgd door de structuurschets 2010+.

Bezienswaardigheden

Hellevoetsluis is een rijksbeschermd stadsgezicht en heeft een aantal bijzondere historische gebouwen, schepen en enkele musea.

De stad was afgelopen eeuwen vooral legerplaats en marinehaven. Gebouwen die daar nog aan herinneren zijn de kazerne Fort Haerlem, een lange kustbatterij uit 1880 (te zien op de eerste kaart boven), de opgeknapte bunkers gebouwd rondom de vesting, een kruittoren en de barakken in de vesting. Daarnaast was Hellevoetsluis van 1783 tot 1797 thuishaven van het linieschip de Delft. Dit 63 meter lange zeilschip wordt momenteel herbouwd op Scheepswerf De Delft in Delfshaven. In het droogdok zelf werden schepen gebouwd en gerepareerd voor gebruik in oorlogen.

Tot op de dag van vandaag bleef Hellevoetsluis een havenstad, hoewel zij nu richt op recreatie en niet meer op handel, transport en de marine. In de Hellevoetse haven ligt het stenen droogdok van Jan Blanken, waarvan de bouw in 1798 startte; deze is uniek in zijn soort. Het werd tot begin jaren 70 gebruikt voor nieuwbouw en onderhoud van verschillende schepen, meestal mijnenvegers, onder de bedrijfsnaam Niestern. Hierna raakte het dok in verval, maar het is tegenwoordig in gerestaureerde toestand te bezichtigen samen met het Museum Droogdok Jan Blanken, vernoemd naar Jan Blanken die opzichter was tijdens de bouw van het droogdok.

Het Kanaal door Voorne, dat in 1830 werd aangelegd van Hellevoetsluis naar het in de jaren 60 verdwenen dorp Nieuwesluis, vormde een verbinding met Rotterdam. Omdat de zeeschepen te groot werden voor het kanaal werd later de Nieuwe Waterweg aangelegd en verloor het kanaal zijn functie. Tegenwoordig wordt het nog amper bevaren maar wel gebruikt door sportvissers en kinderen om te zwemmen.

Verdere gebouwen die aan het maritiem verleden van Hellevoetsluis herinneren zijn de vuurtoren bij de haven, die vaak wordt afgebeeld op prentkaarten van Hellevoetsluis, het lichtschip Noord-Hinder en de O/S Zeefakkel, een opleidingsschip van het Zeekadetkorps Hellevoetsluis. Sinds oktober 2013 ligt Zr. Ms. Buffel (HW 12, A 884), een historisch Nederlands pantserschip in Hellevoetsluis. Vanaf 1979 tot 7 januari 2013 was het schip te bezichtigen in het Maritiem Museum Rotterdam waar het in de Leuvehaven lag als museumschip. Vanwege bezuinigingen werd de Buffel op 5 oktober 2013 verplaatst naar Hellevoetsluis, waar Stichting Museumschip ?De Buffel? er nu zorg over draagt. De historische schepen zullen worden aangemeerd aan de nieuwe Koning Willem-Alexanderkade (voorheen Industriehaven).

Daarnaast bevat de vesting twee musea, het Nationaal Brandweermuseum en de Oudheidskamer. Hellevoetsluis heeft twee korenmolens, een bewoonde molen De Hoop uit 1801 en de Zeezicht bij Nieuwenhoorn. Verder staat er in de vesting een watertoren uit 1896, die bewoond wordt en die ontworpen is door N. Biezeveld.

Toerisme

Als historische vesting- en marinestad richt Hellevoetsluis zich op toerisme uit binnen- en buitenland. Veel toeristen komen met een van de vele zeilschepen die hier binnenlopen. Er zijn zes (jacht)havens:

  • Koopvaardijhaven (gemeentelijke passantenplaatsen voor plezier- en chartervaartuigen),
  • De Haaven (gemeentelijke passantenplaatsen voor pleziervaartuigen),
  • Groote dok (jachthaven geexploiteerd door Gemeente Hellevoetsluis en Marina Hellevoetsluis),
  • Heliushaven (jachthaven met in totaal drie watersportverenigingen: Haringvliet, Helius en Hellevoetsluis en daar tegenover Marina Cape Helius),
  • Kanaal door Voorne (jachthaven met drie watersportverenigingen: Haringvliet, Hellevoetsluis en Waterman),
  • Tramhaven (bedrijfshaven met verschillende boten- motorreparatiebedrijven en een jachtverhuurder).


Voor recreatie is er een aantal kleine strandjes. In de omgeving zijn enkele bungalowparken en campings. Winkelcentrum de Struytse Hoeck biedt mogelijkheden om te winkelen.

BurgemeesterMevr. Milène Junius
AdresOostzanddijk 26, 3221AL HELLEVOETSLUIS
Postbus13, 3220AA HELLEVOETSLUIS
Telefoon0181-330911
E-mailgemeente@hellevoetsluis.nl
Websitewww.hellevoetsluis.nl
Inwoners38600
Oppervlakte46 km2